Saturday, July 17, 2004

De zandman

Ik droomde vanacht.
Dat ik in een standbeeld veranderd was.
Op een onhandig moment, midden in een verhuizing.
Onze verhuizing kennelijk want er loopt familie rond en overal liggen stapels boeken die uitgezocht en ingepakt moeten worden.
Het is een enorm labyrinth van boeken.
Gillende kinderen die er lachend door heen hollen.
De aanhangwagen blokkeert het verkeer in de straat en dingen passen opeens niet meer door de deur naar buiten.
De sleutel van ons nieuwe huis is al een paar uur een beetje kwijt.
Er zijn een paar dingetjes op de snelweg van de aanhanger afgevallen,
maar het zijn gelukkig alleen maar onze kleren, die ondertussen al de rivier ingewaaid zijn.
Opgeruimd.
Iedereen vraagt aan mij wat het volgende puntje in het verhuislogboek is.
Ik heb het geschreven, ik moet het overzicht hebben.
Maar dat kan nu even niet, jammer, en ik zie mijn lief langzaam tegen de klippen opstressen...

Ik droom veel.
Om dingen uit mijn systeem te krijgen of juist erin.
Ik droom in kleur, en vaak in het engels.
Ik heb repeteer-dromen die volgens een vast script lijken te verlopen.
Ik verlies soms al mijn tanden.
Ik sta vaak op het station met een rood regenjasje en rode
regenlaarsjes aan de trein na te kijken waar mijn moeder en oma in
zitten.
Ik huil dan niet, ik ben alleen verbaasd.
Ik droom vaak over een enorme ijzeren hond die krakend en
steunend, als een schip dat te water wordt gelaten, vooruitbeweegt.
Als de klep in de buik opengaat, springen er ontelbaar veel jachthonden uit
die blaffend en jankend een heuvel afrennen, de vallei in.

Ik droomde in augustus 1999 dat ik 5 kinderen had en in een groot huis woonde.
Niemand was daar echt gelukkig, ik geloof dat ik ook veel te veel dronk.
Uiteindelijk was ik zo'n vrouw die zwijgend om zich heen keek, naar haar cirkel van vrienden.
Een verzameling onnozele onverschillige hufters die allemaal ingewikkelde relaties erop na hielden...allemaal eenzaam.
Ik heb mezelf gedwongen wakker te worden tijdens die droom, om te zien of iedereen er nog was zoals ik me ze herinnerde.
Ik bofte.
Het was een droom.
Natuurlijk.

Op 21 september 1999 droomde ik dat er luid gelachen werd tijdens de troonrede.
Vreemd om de dag erna tijdens een live-uitzending verbijsterd vast te stellen
dat Beatrix een grapje maakte tijdens het voorlezen van haar troonrede,
en de leden van de Staten Generaal zowaar echt in een deuk lagen...
Ik kon er zelf niet eens om grinnikken, er viel niets te lachen, en in september 2004 nog steeds niet denk ik ...
Ik droom ook vaak dat ik een oud hotel met 12 kamers bewoon in Cornwall, en er zijn altijd vrienden op bezoek.
Ze zijn eens even niet bezig met nadenken over wat ze allemaal nog moeten vastleggen in hun leven...
Ze zijn er gewoon.
Dat is genoeg.
Het hotel staat boven op een klif.
Ik kan wanneer ik maar wil de oceaan zien.
Dit zijn de betere dromen.
Mijn echte leven is gelukkig ook ongekend aardig voor me.
Ik mag het in ieder geval delen met drie ongelooflijk mooie mensen.
En het "Umfeld" mag er ook wezen.

No comments: