Ik mag van mezelf nog minstens een week niet constructief mijn brein gebruiken.
Nog zeven dagen.
Nog zeven nachten vooral.
Slapen gaat niet daverend.
Nadenken over werkwijzers, toetsmethodes, het geven van een nieuw vak waar ik nog voor aan het studeren ben, de stukken en lessen die ik nog moet schrijven en voorbereiden, de aangekondigde vergaderingen, de discussies die zoals elk f*ck*ing jaar weer terug op de agenda gaan komen, de introductie, de aanstaande fusie waar ik officieel niets over weet, omdat het officieel allemaal nog niet rond is, het contract dat ik eindelijk heb maar waar ik nog steeds geen handtekening onder heb willen zetten...met mijn hakken in het zand.
Dat alles helpt helemaal niet als ik wil slapen.
Jammer.
Ik zou ondertussen zo onthecht willen zijn dat al die dingen dat juist wel deden, de slaap verwekken.
Ga ik ooit nog aan werken.
Ik moet eerst stoppen met aftellen tot het circus weer gaat draaien in mijn kop en om me heen.
Want alleen al daarvan krijg ik een knoop in mijn maag.
En mijn frons komt terug.
Met twee van die opwaartse streepjes boven mijn neus.
Mijn ogen knijpen tot streepjes samen.
Mijn gezicht staast dan op zwaar weer.
Alsof ik net mijn kleine teen keihard heb gestoten aan die groene stoel die altijd net in de weg staat, en ik tegelijkertijd iets heel erg smerigs ruik...
Niet doen dus.
Gewoon nog steeds niet denken.
Hoogstens vooruitkijken naar de herfst, als we willen oversteken naar het Noorden van Engeland.
Life spins by that fast.
No comments:
Post a Comment