Friday, February 08, 2013

Eelt op de ziel.

Het lijkt er sterk op dat er weer een scholier een einde aan zijn leven heeft gemaakt omdat hij gepest werd. Hij was dertien.

Pesten is een leugen. Het is veel meer dan een geintje. Het is ook meer dan alleen maar een uit de hand gelopen gevolg van het gewone huis tuin en keuken-groepsproces. Als een groepsproces verstard in een zieke routine waar sommigen aan onderdoor gaan, en anderen een macht genieten die zo lekker is dat ze het bijna kunnen proeven, is er iets anders aan de hand. Iets gevaarlijkers dan gewoon iets waar je maar aan moet wennen en waardoor je maar wat eelt op je ziel moet kweken.

Groepen moeten opgevoed worden. Er is misschien maar één echte regel nodig. Mijn vrijheid houdt op waar die van jou begint. Groepen moeten eigenlijk om de zoveel weken gereset worden. Dat kost wellicht wat inspanning maar betaalt zich terug. Je zet mensen steeds anders naast elkaar, mensen die hoe dan ook met elkaar gaan communiceren, gewoon, omdat ze niet anders kunnen. Het proces start iedere keer opnieuw, waardoor de routine te kort is en niet schadelijk kan blijven als hij dat is, en die mensen steeds opnieuw keuzes moeten maken. Mijn leraren deden dat nooit.

Zij stuurden mijn moeder weg als ze het weer eens zat was dat ik onder de blauwe plekken thuiskwam of met een kapotte jas. Het was naar verluid misschien wel haar eigen schuld, ze had door haar zorg een aansteller van me gemaakt. Pesten hoorde er immers bij, ik moest maar wat harder worden.

Als gepeste probeer je meestal onzichtbaar te zijn. Je bent je pijnlijk bewust van het feit dat jij zelf ervoor kunt zorgen dat ze nooit een aanleiding hebben om je te betrekken in hun „spel“. Je duikt weg als je grotere groepen ziet, je klikt niet als je tekeningen stuk gemaakt zijn, of je fietsbanden weer eens leeg staan. Je loopt niet meer naar de meester als ze in de pauze in een kringetje om je heen stonden te schoppen tegen je schenen. Je zou niet eens weten naar wie je toe moet gaan als je kleren in het zwembad liggen terwijl je probeert je handdoek terug te krijgen waaronder je net je badpak snel had uitgetrokken om je om te kleden, omdat je de kleedhokjes ook te eng vond...

Jij past je gedrag aan. Meestal heeft het geen zin, maar het werkt wel eens. Je maakt zelfs wel eens vrienden, en daar hecht je je vervolgens zo sterk aan, je stelt je zo afhankelijk op, dat het eigenlijk niet meer gezond is. Waarschijnlijk heb ik daarom later ook niet geklaagd toen mijn toenmalige „vrienden“ vonden dat ik minder ruimte moest innemen, dat zou vast wel lukken als ik niet meer zoveel lachtte of praatte. Zelfs in een relatie vond ik het geen enkel probleem dat er voor mij besloten werd dat ik geen "schoonfamilie“ kon ontmoetten, want ik kwam tenslotte toch uit een heel ander millieu, ik zou me er niet thuis voelen. 
Ik slikte dat gewoon. Ik heb nooit echt iets teruggezegd als mensen me voor mijn eigen bestwil de waarheid vertelden, wanneer ik in hun ogen niet in hun leven, hun politieke visie of bij hun imago pastte. Tot ik op een dag geen tijd meer had voor zulke mensen.

Maar dat was later. Dat was toen ik het inmiddels "pesten-onder-grote-mensen" op waarde wist te schatten als het hopeloos gefrustreerde gedrag van mensen die zich beter gingen voelen als dat over de rug van anderen kon.

Ik kwam uit een dorp. Een dorp waar mijn ouders wonen, die het ook niet konden helpen en waar ik veel van houd. Waar mensen wonen die mij nog steeds, vijfentwintig jaar later, vragen wanneer ik weer terug kom. Familie, kennissen, oud-klasgenoten. Ik ben er vernederd en buitengesloten, beoordeeld. Waarom zou ik in vredesnaam terug gaan?...

Niet alle dingen die misgaan in de dagelijkse menselijke communicatie hebben dezelfde impact op iemand. Niet alles is pesten, omdat het niet altijd geschaard kan worden onder het structureel vernederen en uitsluiten van iemand in je groep. Iedereen reageert daarnaast anders, in verschillende situaties, op verschillende leeftijden. Soms kun je je schouders er over ophalen als iemand gemeen tegen je doet, incidententeel, andere keren slaap je er niet van. Het is wat het is. Pesten heeft echter een verdomd onschuldige naam. Alsof het een onschuldig spelletje kaarten betreft, dat klinkt helemaal niet als de terreur en de totale eenzaamheid die er mee gepaard kan gaan.

Pesten is al zo oud als de wereld. Het gebeurt op school, op je werk, in het bejaardentehuis, in de straat waar je woont. Eigenlijk overal waar mensen min of meer tot elkaar veroordeeld zijn. Door moderne media worden de mogelijkheden ook nog eens talrijker. Gepesten zoeken tegelijkertijd diezelfde middelen ook op om simpelweg hun frustratie van zich af te gooien of om in alle anonimiteit medestanders te vinden.

Er zijn een aantal hardnekkige mythes omtrent pesten.
Denkfouten. Gemaksfouten.

De eerste is dat gepesten iets uitstralen waardoor ze het triggeren bij anderen. Hiermee leg je de verantwoordelijkheid voor het gemak bij de gepeste. Dan hoef je zelf geen keuzes te maken in een situatie waarin je iemand kan kwetsen. De ander lokt het immers uit.

De tweede is dat gepesten veel gevoeliger zijn dan de meeste mensen. Hiermee zeg je eigenlijk dat deze mensen zich gepest voelen. Ze worden helemaal niet gepest, dat voelt alleen maar zo. Jij doet het hierdoor dus meestal onbewust. Als je jezelf zo voor de gek kunt houden is alles helemaal in orde, toch? Dit mechanisme verklaart overigens wel waarom de hele omgeving van iemand, die iets zeer drastisch doet in zijn of haar wanhoop, zonder uitzondering uitermate geschokt is. Oh nee, wat afschuwlijk, maar we wisten het niet. Zij/hij zei er nooit iets over. We bedoelden het niet zo gemeen. Wij zouden het zelf niet zo voelen...

Maar we zien ook gewoon niet alles. Alle pestprotocollen ten spijt is het soms gewoon te groot en te laat... 

Voor alle jonge mensen die gepest worden zou het door iedereen van de daken geschreeuwd moeten worden. Houdt moed. Het wordt beter. Echt. Zodra je je eigen keuzes gaat maken. Over met wie je je tijd wilt doorbrengen, over het leven dat je wil leven, over wie je wilt zijn. De stad waar ik nu woon geeft me wat ik nodig heb. Mensen die met mij praten, lachen, oud worden en me lief hebben om wie ik ben. Ik werd hier mezelf. Ik vul mijn leven met mensen die mij in hun leven willen. Jouw vrijheid houdt op waar die van mij begint. De cirkel is rond.

No comments: