Het
lijkt er sterk op dat er weer een scholier een einde aan zijn leven
heeft gemaakt omdat hij gepest werd. Hij was dertien.
Pesten
is een leugen. Het is veel meer dan een geintje. Het is ook meer dan
alleen maar een uit de hand gelopen gevolg van het gewone huis tuin
en keuken-groepsproces. Als een groepsproces verstard in een zieke
routine waar sommigen aan onderdoor gaan, en anderen een macht
genieten die zo lekker is dat ze het bijna kunnen proeven, is er iets
anders aan de hand. Iets gevaarlijkers dan gewoon iets waar je maar
aan moet wennen en waardoor je maar wat eelt op je ziel moet kweken.
Groepen
moeten opgevoed worden. Er is misschien maar één echte regel nodig.
Mijn vrijheid houdt op waar die van jou begint. Groepen moeten
eigenlijk om de zoveel weken gereset worden. Dat kost wellicht wat
inspanning maar betaalt zich terug. Je zet mensen steeds anders naast
elkaar, mensen die hoe dan ook met elkaar gaan communiceren, gewoon, omdat ze
niet anders kunnen. Het proces start iedere keer opnieuw, waardoor de
routine te kort is en niet schadelijk kan blijven als hij dat is, en
die mensen steeds opnieuw keuzes moeten maken. Mijn leraren deden dat
nooit.
Zij
stuurden mijn moeder weg als ze het weer eens zat was dat ik onder de
blauwe plekken thuiskwam of met een kapotte jas. Het was naar verluid misschien
wel haar eigen schuld, ze had door haar zorg een aansteller van me
gemaakt. Pesten hoorde er immers bij, ik moest maar wat harder
worden.
Als
gepeste probeer je meestal onzichtbaar te zijn. Je bent je pijnlijk
bewust van het feit dat jij zelf ervoor kunt zorgen dat ze nooit een
aanleiding hebben om je te betrekken in hun „spel“. Je duikt weg
als je grotere groepen ziet, je klikt niet als je tekeningen stuk
gemaakt zijn, of je fietsbanden weer eens leeg staan. Je loopt niet meer naar
de meester als ze in de pauze in een kringetje om je heen stonden te
schoppen tegen je schenen. Je zou niet eens weten naar wie je toe
moet gaan als je kleren in het zwembad liggen terwijl je probeert je
handdoek terug te krijgen waaronder je net je badpak snel had
uitgetrokken om je om te kleden, omdat je de kleedhokjes ook te eng
vond...
Jij
past je gedrag aan. Meestal heeft het geen zin, maar het werkt wel
eens. Je maakt zelfs wel eens vrienden, en daar hecht je je
vervolgens zo sterk aan, je stelt je zo afhankelijk op, dat het
eigenlijk niet meer gezond is. Waarschijnlijk heb ik daarom later ook
niet geklaagd toen mijn toenmalige „vrienden“ vonden dat ik
minder ruimte moest innemen, dat zou vast wel lukken als ik niet meer zoveel lachtte of praatte. Zelfs in een
relatie vond ik het geen enkel probleem dat er voor mij besloten werd dat ik geen "schoonfamilie“ kon
ontmoetten, want ik kwam tenslotte toch uit een heel ander millieu, ik zou me er niet thuis voelen.
Ik
slikte dat gewoon. Ik heb nooit echt iets teruggezegd als mensen me
voor mijn eigen bestwil de waarheid vertelden, wanneer ik in hun ogen
niet in hun leven, hun politieke visie of bij hun imago pastte. Tot
ik op een dag geen tijd meer had voor zulke mensen.
Maar
dat was later. Dat was toen ik het inmiddels "pesten-onder-grote-mensen" op
waarde wist te schatten als het hopeloos gefrustreerde gedrag van mensen die
zich beter gingen voelen als dat over de rug van anderen kon.
Ik kwam
uit een dorp. Een dorp waar mijn ouders wonen, die het ook niet konden
helpen en waar ik veel van houd. Waar mensen wonen die mij nog
steeds, vijfentwintig jaar later, vragen wanneer ik weer terug kom.
Familie, kennissen, oud-klasgenoten. Ik ben er vernederd en
buitengesloten, beoordeeld. Waarom zou ik in vredesnaam terug gaan?...
Niet
alle dingen die misgaan in de dagelijkse menselijke communicatie hebben dezelfde
impact op iemand. Niet alles is pesten, omdat het niet altijd
geschaard kan worden onder het structureel vernederen en uitsluiten
van iemand in je groep. Iedereen reageert daarnaast anders, in
verschillende situaties, op verschillende leeftijden. Soms kun je je
schouders er over ophalen als iemand gemeen tegen je doet,
incidententeel, andere keren slaap je er niet van. Het is wat het is. Pesten heeft echter een
verdomd onschuldige naam. Alsof het een onschuldig spelletje kaarten
betreft, dat klinkt helemaal niet als de terreur en de totale
eenzaamheid die er mee gepaard kan gaan.
Pesten
is al zo oud als de wereld. Het gebeurt op school, op je werk, in het
bejaardentehuis, in de straat waar je woont. Eigenlijk overal waar
mensen min of meer tot elkaar veroordeeld zijn. Door moderne media
worden de mogelijkheden ook nog eens talrijker. Gepesten zoeken
tegelijkertijd diezelfde middelen ook op om simpelweg hun frustratie
van zich af te gooien of om in alle anonimiteit medestanders te
vinden.
Er zijn
een aantal hardnekkige mythes omtrent pesten.
Denkfouten.
Gemaksfouten.
De
eerste is dat gepesten iets uitstralen waardoor ze het triggeren bij
anderen. Hiermee leg je de verantwoordelijkheid voor het gemak bij de
gepeste. Dan hoef je zelf geen keuzes te maken in een situatie waarin
je iemand kan kwetsen. De ander lokt het immers uit.
De
tweede is dat gepesten veel gevoeliger zijn dan de meeste mensen.
Hiermee zeg je eigenlijk dat deze mensen zich gepest voelen. Ze
worden helemaal niet gepest, dat voelt alleen maar zo. Jij doet het
hierdoor dus meestal onbewust. Als je jezelf zo voor de gek kunt
houden is alles helemaal in orde, toch? Dit mechanisme verklaart
overigens wel waarom de hele omgeving van iemand, die iets zeer
drastisch doet in zijn of haar wanhoop, zonder uitzondering uitermate
geschokt is. Oh nee, wat afschuwlijk, maar we wisten het niet.
Zij/hij zei er nooit iets over. We bedoelden het niet zo gemeen. Wij
zouden het zelf niet zo voelen...
Maar we zien ook gewoon niet alles. Alle pestprotocollen ten spijt is het soms gewoon te groot en te laat...
Voor alle jonge mensen die gepest worden zou het door iedereen van de daken geschreeuwd moeten worden. Houdt moed. Het wordt beter. Echt. Zodra je je eigen keuzes gaat maken. Over met wie je
je tijd wilt doorbrengen, over het leven dat je wil leven, over wie
je wilt zijn. De stad
waar ik nu woon geeft me wat ik nodig heb. Mensen die met mij praten,
lachen, oud worden en me lief hebben om wie ik ben. Ik werd hier
mezelf. Ik vul mijn leven met mensen die mij in hun leven willen.
Jouw vrijheid houdt op waar die van mij begint. De cirkel is rond.
No comments:
Post a Comment