Hij had maanden achterelkaar geen echt contact met een door covid betroffen wereld gehad. Alleen op zee, zijn dagelijkse routine afdraaiend, had hij zich wellicht niet eens echt gerealiseerd dat anderen in die tijd ook niet bij elkaar de deur plat liepen en ook grotendeels alleen maar met zichzelf in gesprek waren. Misschien voelde hij bij zijn terugkomst ook opeens die afstand. Iets minder enthousiasme en bewondering van de thuisblijvers voor zijn prestatie dan hij ergens verwacht had na deze epische, voor hem levensveranderende reis. Zo'n tocht is zwaar. Fysiek en mentaal. Maar bij thuiskomst is het onthaal lauw. Het moet verwarrend zijn. Hij kan er helemaal niets aan doen dat wij allemaal een jaar met iets anders bezig zijn geweest dan met onze normale modus operandi. We hadden het iets warmer en lagen zachter. Maar heel in de verte waren er wat parallellen. We zijn misschien ook allemaal een heel klein beetje solo-zeilers, we zijn het nog steeds. Op een privé-oceaan helemaal voor onszelf. We hebben allemaal andere vaartuigen ontmoet, soms een kleine Armada gevormd en elkaar af en toe op sleeptouw genomen. In de maalstroom vanaf onze kleine sloep door het beslagen raam van een grotere boot naar binnen gekeken en maar een deel van een gedempt gesprek kunnen volgen. We zijn allemaal voortdurend onderweg, want stilstand wordt niet geaccepteerd, en we mogen nergens te lang aanmeren. Eb en vloed dicteren onze tijd. We voelen iets, dan gaat het weer over, dan spoelt er weer een nieuwe zwaardere golf over ons heen, maar er is niets dat we vast kunnen houden. Worden op een strand gegooid. Worden vanzelf weer teruggetrokken naar dieper water. Wij bepalen niet eens de route. We drijven soms maar wat.
Met een gebroken kompas en een kapot filter in mijn hoofd zeil ik toch maar weer opnieuw naar de zomer. Hopend dat ik een haven vind. De haven waar ik vandaan kwam. Of anders gewoon die ene willekeurige open haven die me hoe dan ook welkom heet.
We gaan het zien.
No comments:
Post a Comment