Monday, September 18, 2006

Zand.

Het was zondag.
Ik was zeven en ik zat in mijn badpak op het balkon.
Ik zat te wachten, mijn ouders lagen nog in bed.
Het was al half acht in de morgen.
Wij zouden een dag ver weg gaan.
Het was mistig, de zon stond wel op doorbreken, maar dat wilde niet echt lukken.
Zelfs als het wel zonnig zou zijn geweest zou de zon pas om twee uur in de middag op het balkon komen.
Het was koud.
Het duurde een eeuwigheid.
Mijn ouders moesten nog van alles doen.
Voor-ruit van de auto schoonpoetsen, broodjes smeren, badhanddoeken zoeken, wachten op dat andere gezin dat mee zou gaan.
En toen we dan eindelijk vertrokken waren duurde het nog eens heel lang voordat we er eindelijk waren.
Vanuit het "bronsgroen eikenhout waar het nachtegaaltje zingt" was het wel bijna drie uur rijden tot aan zee.
Wachten in een file, zoeken naar een parkeerplaats, lopen door de duinen.
Het was nog steeds mistig en een beetje fris.
Maar toen rook ik opeens de zee.
Ik wist niet eens dat de zee ergens naar rook.
Heel in de verte, want het was eb, hoorde ik iets.
De branding.
Die niet te zien was vanaf de plek waar wij zaten.
Mijn ouders installeerden zich op het strand en ik liep naar het water.
Het waaide hier veel harder dan achter de duinen.
In het water werd ik omver geduwd door de golfslag.
Er dreef een kwal voorbij.
Er vlogen meeuwen krijsend over mijn hoofd.
Overal kwam zand tussen te zitten.
In mijn broodje en het rietje van het pakje Caprisonne...
Ik vond het allemaal prachtig.

Om twee uur brak de zon eindelijk door.
Net als op ons balkon.
Maar dan mooier.
Gisteren had ik precies zo'n dag.
Maar dan zonder het balkon.

2 comments:

Anonymous said...

Zand in de bilnaad en tussen de bammetjes horen er nu eenmaal bij.
"Zand schuurt de maag", zei mijn moeder altijd.

Strangebrew said...

En ik word, zoals al eerder gezegd, weken later nog blij van zand in mijn gympen....:)