Dat meisje dat met een giropas in pyama en rubberlaarsjes naar oma ging.
Ze kwam niet verder dan de markt in haar stad, daar werd ze door een vroege horecabaas gezien en naar het buro gebracht.
Mij is het ooit wel gelukt, maar ik was dan ook al vier.
Met de inhoud van mijn spaarbeer ben ik naar het station gelopen.
Ik kon niet eens boven het loket uit kijken, de meneer achter het loket moest ver voorover buigen om me te zien.
Maar hij kende mij, omdat ik elke woensdagmiddag en zaterdag met mijn moeder op dat station kwam, en meestal zelf het kaartje mocht kopen.
Evenals de conducteur, van wie ik steeds mijn kaartje zelf mocht knippen, vond hij het niet vreemd dat ik daar stond.
Met het wisselgeld en een kaartje stapte ik in de trein, om tien kilometer en drie stations verder blij verrast te constateren dat mijn opa toevallig aan kwam fietsen!
Ik wist helemaal niet wat zich ondertussen in ons dorp had afgespeeld.
Ik had tegen mijn moeder wel gezegd dat ik naar oma ging, maar mijn moeder dacht dat ik naar de in het dorp wonende oma, een straat of twee verderop, ging.
Daar zou ze een kwartier later ook naar toe gaan, en aangezien mijn ouders geloofden in zelfstandig opvoeden vond ze het wel best.
Bij haar schoonmoeder aangekomen was ik echter niet aangekomen.
Terwijl er vijf mensen op zoek gingen naar mij, wist mijn moeder meteen wat er mis was gegaan in de communicatie en belde naar Chevremont.
Daar woonden háár ouders en die hadden net een paar maanden daarvoor telefoon-aansluiting gekregen, dat was nog een mazzeltje.
Mijn opa was natuurlijk niet toevallig op het perron, maar wist ik veel...
Andere tijden.
Mijn ouders konden er wel om grinniken, geen moment paniek.
Mijn moeder was mij wel eens midden in Heerlen kwijtgeraakt, dat was toen voor onze begrippen een mega-grote stad.
Maar als ik mijn moeder kwijtraakte liep ik gewoon een winkel in en liet ik het enigszins verbaasde winkelpersoneel gewoon een taxi bellen.
Het enige taxibedrijf dat ik kende was van mijn oom, waar mijn vader ook chauffeur was in het weekend.
Mijn ouders zullen dus toen ik weg was gewandeld niet meteen gedacht hebben aan alles wat er had kunnen gebeuren, gingen er van uit dat het allemaal wel zou loslopen..
De 24-uurs stroom van informatie bestond nog niet, alles was een incident.
Het gevaarlijkste element die dag was niet een eng mens die me iets had kunnen aandoen of erger, maar de drukke winkelstraat in Chevremont.
De route kende ik verder op mijn duimpje en ik vond iedereen die ik onderweg tegen kwam aardig.
Ik kende alle honden achter elk tuinhek.
Op de helft van het station naar de Berkenlaan lag een café.
Het café waar mijn ouders tijdens hun verkering altijd op zaterdag uit waren geweest.
Ik was er wel eens geweest op zondagmiddagen, en ik kreeg er altijd een zakje paprika chips.
Als ik dan vervolgens de drukke weg was overgestoken kwamen we ook nog langs het huis waar het vriendje van mijn nog thuis wonende tante, mama's jongste zusje, woonde.
Aan de overkant was een frietkot waar ik altijd een snoepje kreeg.
En dan zag ik het huis al liggen, met op de achtergrond de kolenbergen van Eygelshoven en Herzogenrath.
In dat huis was ik geboren en had ik tot mijn derde gewoond.
Elke woensdagmiddag en zaterdag was ik daar.
Natuurlijk kende ik de weg daarnaartoe, iedere kleuter kon dat alleen, naar oma gaan...
3 comments:
Een bijzonder kind, dus! ;)
Ik heb ergens een vage herinnering dat ik ooit geprobeerd heb, op mijn driewielertje, om naar mijn pake en beppe te fietsen. Waarschijnlijk mijn meest spontane en avontuurlijkste moment, haha.
Mooi verhaal, je moet deze blog echt nog eens omzetten in een verhalenbundel, een mooi boek die lekker ruikt naar nieuw papier. :)
Als er iets is waar ik, hoe tegenstrijdig ook met dit geblog, onzeker over ben, dan zijn het mijn literaire vaardigheden! Ik droom over het schrijven van een boek, inderdaad die geur van nieuw papier :).
Maar als ik dan een keer een goed boek heb gelezen, durf ik gelijk niet meer...
ja, dat ken ik, nou voel ik weer een mening opkomen dus dat wordt weer een emailtje! ;)
Post a Comment