Wednesday, January 16, 2013

Lang verhaal over arbeidsethos....

Vroeger dacht ik dat ik het had. Arbeidsethos. De wil om te werken. Een vanuit mijn eigen persoonlijke ethiek voortkomende sterke wil om te werken. Maar arbeidsethos is voornamelijk ook een idee. Een heel stelsel aan ideeën over werk, de betekenis van werk, althans de betekenis die wij er aan toekennen. Niet gemakkelijk te definiëren dus want dat is voor iedereen iets anders.
Maar natuurlijk dacht ik er over na. Welke plek werk inneemt in mijn leven. Of ik er een bepaalde status aan ontleen. Of het nuttig en dus zinvol is. Of ik vind dat ik mij in mijn werk verder moet ontwikkelen. Of zingeving in mijn leven gekoppeld is aan werken. Of mijn zinvolle werk dan ook gekoppeld is aan mijn bestaansrecht.
Ik dacht jarenlang dat ik het allemaal op een rijtje had. Dat ik nuttig en dus zinvol werk deed, en derhalve bestaansrecht had. Zoiets zeg je trouwens niet de hele tijd hardop, omdat het nogal arrogant klinkt, want als ik zo veel bestaansrecht heb, omdat ik zinvol werk doe, wat zegt dat dan over mensen om mij heen die rookworsten staan in te pakken of om wat voor een reden dan ook niet werken?
En toen ging bij mij opeens het licht keihard uit. Onduidelijk waarom. Mijn werk kon ik tijdelijk niet meer uitvoeren, en gedurende een klein jaar voelde ik me extreem onzeker en overbodig, maar veel erger nog: Ik was er van overtuigd dat ik geen bestaansrecht had want ik deed niets nuttigs, of zinvols. Ik stond stil.
En om mij heen draaide alles gewoon verder. Mensen werkten. Vaak hard. Ze ontwikkelen zich verder, maken carrière. Ze zijn nuttig bezig, of doen iets wat geld of status gaat opleveren, iets waarmee ze hun leven betekenis geven. Soms dus omdat ze het leuk vinden, gewoon lekker druk bezig. Daarnaast zijn er de gelukkigen onder ons die van hun hobby hun werk hebben kunnen maken. Waardoor het eigenlijk vaak ook geen hobby meer is, dus werk... Er is ook nog de visie dat je gewoon zelf iets verkeerd doet als je je werk niet zo leuk vindt, want je werk moet natuurlijk vooral altijd leuk zijn. Ik zal echter nooit ontkennen dat plezier in wat je doet inderdaad alles draaglijker maakt. Maar uiteindelijk werken we hoe dan ook allemaal meestal vooral omdat het gewoon moet. Wie niet werkt eet niet. Of rijdt geen auto.
Mensen om mij heen hebben het regelmatig over zingeving. De wil om iets van je leven te maken. Hoger. Beter. Ambitie. Jezelf ontwikkelen. Ik heb veel sterke en verstandige mensen om mij heen. Mensen die iets willen bereiken. Het is vaak niet eens concreet wat dat dan precies is. Soms wel. Het hebben van een eigen bedrijf. Of een bepaalde positie met invloed. Of een groter huis.
Het is niet aan mij daar een oordeel over te hebben. Ik vind in ieder geval ondertussen al lang niet meer altijd dat ik daar wat van moet vinden. Ik kom er gaandeweg alleen maar meer achter dat het voor mij niet zo werkt. Dat verhaal over die ambitie en doelen. Ik dacht van wel, maar ik kom steeds vaker tot de conclusie dat ik eigenlijk niets zoek, niet echt iets nastreef. Niet dat ik nu zo nobel en onthecht ben, ik heb me simpelweg neergelegd bij het feit dat we niet allemaal evenveel macht of invloed kunnen hebben, niet allemaal iets gaan bereiken, belangrijk of heel erg rijk kunnen worden met onze baan, soms gewoon doen wat we doen. Het is op zich wel prettig om te weten dat ik toevallig iets zinvols doe, en daarmee dus ook nog dat stukje vermeend bestaansrecht af kan vinken. Maar het moet eigenlijk ook genoeg zijn dat ik een baan heb waarmee ik een salaris verdien, mijn gezin kan voeden en af en toe iets leuks kan doen. En ik probeer hard daar tevreden mee te zijn. Love what you do. Als ik dat bereikt heb, zal ik mezelf wellicht als geslaagd beschouwen. Lastig zat.
Dat mijn baan dus voor mij op dit moment in eerste instantie vooral de functie heeft van het genereren van een inkomen begrijpen veel mensen om mij heen misschien niet zo goed. Niet dat ik geen plezier in mijn werk hoef te hebben, want dat zou het uiteindelijk ook allemaal wat zachter maken. Het is ook niet zo dat ik nooit plezier in mijn werk heb. Maar vaak gewoon niet, het is gewoon mijn werk, hoe jammer ik dat ook vind. Als ik aangeef dat werken voor mij eigenlijk niet de zingeving of voldoening brengt die velen, ook ik, ooit van hun werk verwachtten, stuit ik regelmatig op een muur van ontwijking. Als ik eerst heb aangehoord hoe tevreden en lekker bezig mensen zelf zijn, probeer ik nog wel eens aan te geven dat ik met mijn arbeidsethos vooral een mijnenveld in gerend ben. Ik praat wel eens over de sterke emoties die ook, of ik dat nu wil of niet, aan mijn werk hangen. Ik zou willen dat ik het allemaal niet zo belangrijk vond, maar soms loopt de mond over waar het hart vol van is. Ik praat er over dat mijn werk de laatste jaren helemaal niet lekker vanzelf loopt, soms zelfs belemmerd wordt door anderen die het in het gunstigste geval soms goed bedoelen, maar meestal vooral bezig zijn met hun eigen ambitie. Een race. Ik zie niet de ruimte voor ons allemaal om dat te doen. Inmiddels ren ik dus allang niet meer mee naar een prijs die voor ons allemaal samen veel te klein is.
Ik mag na zo'n opmerking vaker aanhoren hoe verkeerd ik het allemaal zie. Dat ik toch onderhand, gezien mijn leeftijd ook, moet begrijpen hoe het allemaal werkt. Dat het nu eenmaal zo is en niet anders. Dat bevreemd mij ook vaak, want ook de mensen die dit zeggen lijken ondanks alle dappere en positieve uitspraken vaak getergd en moe. Soms, en dat zijn eigenlijk de ergste momenten, werken mensen zelfs in dezelfde sector als ik, maar dan op een andere, toevallig of niet hogere, positie. Kritiek op managers op mijn werkvloer voelen zij als kritiek op zichzelf. Er volgt dan wel eens een wijze les, over hoe zij mij begrijpen, dat we in feite dezelfde doelen nastreven en hopen iets moois te bewerkstelligen. Maar dat we allemaal helaas soms geconfronteerd worden met keuzes die soms hard lijken. Op zo'n moment veranderen mijn beste vrienden in managers die mij, naïeve domme ik, uitleggen hoe de grote-mensen-wereld in elkaar steekt. Of ze veranderen in mensen die door mijn woorden gekwetst zijn, omdat ik naar verluid niet begrijp hoe moeilijk hun baan is, hoe veel wind hoge bomen vangen. Hoeveel pijn het ook hen doet om harde maatregelen te treffen. Maar het moet nu eenmaal, voor een beter systeem. Als ze al merken dat de mantras over realiteit, functionaliteit, zingeving en persoonlijk geluk middels werk mij eigenlijk pijn doen, bestaat de rechtvaardiging uit een bijna terloopse observatie, over hoe we toch allemaal naar vermogen het beste proberen te doen. 
 En dan voel ik het, het verschil. Ik blijf zitten met dat beeld van iemand die vanuit zijn commando-bunker naar mij, in de loopgraven, een duim opsteekt en roept dat we lekker bezig zijn! Keep up the good work!
Ik voel mij dan ongelooflijk eenzaam. Want dit zijn mijn vrienden. Mijn familie. En met hen praat ik ondertussen liever niet meer over dat deel van ons leven waar we zoveel tijd doorbrengen, ons werk. Of over mijn arbeidsethos... Ik vraag heus geen oplossingen voor een probleem dat ik overigens, merk ik nu, nauwelijks kan benoemen. Ik zoek geen nieuwe wereldorde. Ik zoek een beetje warmte, verbanden, een plek om stoom af te blazen, soms denk ik alleen maar hardop. Ik krijg veel ongevraagd advies, onbegrip en soms zelfs harde terechtwijzingen.
Ik denk soms dat ik veel mensen beter begrijp dan zij mij. Ik weet wel waarom ze zo hard verdedigen wat ze proberen te bereiken, waarom ze me zo vurig willen overtuigen van mijn ongelijk, mij wijzen op mijn irrationele verongelijktheid en uitleggen waar ik allemaal denkfouten maak. Omdat ik ze met mijn inmiddels zichtbare pijn en woede  ongewild aanval op alles waar ze in geloven. Ik schop tegen hun arbeidsethos. Het kompas waar zij op kiezen te varen, gooi ik heel brutaal stuk. Ik ben degene die uit de pas loopt. Ik ben degene die niet meer gelooft in waar we ooit allemaal in dachten te geloven. Wie ben ik om te roepen dat die ladder waar ze op staan weliswaar hoog reikt, maar in mijn ogen niet echt ergens naar toe gaat. Er is volgens mij gewoon niet echt een eindpunt waar je op uit kunt komen...
Nu hoop ik alleen nog maar dat er ik in de nabije toekomst ooit op een punt kom waar op ik dit soort dingen los kan laten. Dat ik daadwerkelijk onthecht raak. Van mijn eigen frustraties en mijn toch nog te grote ego. Van mijn zinloze gepieker en onrust. Van mijn eigen verwachtingspatronen die ik kennelijk hoe dan ook nog ergens diep van binnen koester. En ik wil zo graag die stilte vinden, mijn commentaar op de wereld leren in te slikken, mijn constante hardop denken het zwijgen op te leggen. Niet omdat ik vindt dat ik het niet mag uitschreeuwen. Ik heb er alleen nooit echt iets mee bereikt en dat is niet omdat ik niet hard genoeg schreeuwde. Bovendien wil ik zo graag bereiken dat ik dit soort dingen overpeins vanuit een gevoel van verbazing en leergierigheid in plaats vanuit een gevoel van redeloze vertwijfeling en bitterheid. Ik moet op de een of andere manier een modus vinden, of in ieder geval snel actief ontwikkelen, om alles wat mij niet gelukkig maakt zo klein te maken, dat het me in ieder geval niet meer beschadigd. Ik raak er steeds meer van overtuigd dat ik alleen dan niet meer die constante kloof voel tussen mij en de mensen waar ik om geef. Alleen dan worden andere dingen misschien belangrijker, niet alleen in mijn hoofd. Dingen als ons leven naast ons werk, de mensen om ons heen waar we ons leven mee delen, ruimte voor een antwoord op de vraag wat zingeving eigenlijk behelst.

2 comments:

Festina Lente said...

Mooi en herkenbaar stuk!

Anonymous said...

Goed stuk, helder.
Ik heb zelf nooit ambitie gehad (maar dat had je vast al door, haha) en daar kun je je behoorlijk eenzaam door gaan voelen.
Ik vind het werk wat ik nu doe best en al zou het fijn zijn om wat meer geld te verdienen, ook daar lig ik niet echt (meer) van wakker.
Ik vind het trouwens ook helemaal niet fijn hoe die grote-mensen-wereld in elkaar steekt. Altijd meer/beter willen, ten koste van wat eigenlijk. We kunnen niet allemaal aan de top staatn, toch?
Ik heb ook jaren lang met een schuldgevoel omgelopen omdat ik niks "zinvols" deed. Wie bepaalt dat eigenlijk? Waarom moet iets zin hebben?
Misschien houden mensen zichzelf gewoon heel erg voor de gek met dit soort onzin.
Ik leef, ik werk en ik probeer rekening te houden met mijn medemens en alles wat leeft.
Ik doe wat ik doe. (age quod agis)