Sunday, June 28, 2015

En toch is het echt zo gegaan...

Ik had er jaren lang niet meer aan gedacht tot het gisteren op een feestje opeens onderwerp van een gesprek was. Ik ben ooit een keer aangehouden nadat ik me had opgehouden op verboden militair terrein. Het kan zijn dat er ook iets is stuk gegaan, dat zal een rol hebben gespeeld. Met veertig actievoerders, een baby van een paar maanden oud en een puppy van zes weken werden we uit onze tenten getrokken en in busjes weggevoerd voor dag en dauw. Ik mocht vier dagen verblijven als gast bij de rijkspolitie in het noord-oosten van het land, en merkte derhalve dat ik niet van gesloten deuren houd. De cel was klein, grijs, en heel erg dicht. Ik vergat te eten.
Toen na twee dagen een bewaker me vroeg waarom ik niets at, zei ik heel eerlijk dat ik gewoon heel graag naar buiten wilde en er niet zo goed tegen kon dat ik opgesloten was. Even later klopte hij op de deur en bracht me chocolade, cadeautje van drie cellen verderop, het sprak zich rond...
En terwijl ik de ochtend daarna een geleend tijdschrift achterstevoren was begonnen te lezen, dat leverde in ieder geval een ander verhaal op dan van voor naar achter, kwam mijn bewaker weer vragen wat ik wilde eten. Kaas of ham op brood. Ik vroeg hagelslag. Hij bleef anderhalf uur weg (geloof ik, er hing geen klok, maar er gingen meer dan vier mensen "luchten", ieder een kwartier...) en kwam terug met twee boterhammetjes met hagelslag en een pakje chocomel. Ik bedankte hem en at het op. De laatste dag kwam er een nieuwe bewaker, en hij stelde dezelfde vraag. Toen ik hagelslag zei, antwoordde hij : "dat hebben we hier nooit, mijn collega van gisteren is naar huis gefietst en heeft zijn vrouw gevraagd wat boterhammetjes voor jou te smeren, ik woon daarvoor helaas te ver weg...". Ik wist even niet wat ik moest zeggen, en zei dat ik anders wel gewoon koffie wilde. Hij bracht me een bekertje koffie, liep weg, en liet de deur van mijn cel open staan. Een uur lang. Ik zat op mijn plastic matras en genoot van de open deur. De deur aan het eind van de gang ging open, zijn hoofd kwam om de hoek van de celdeur. "Oh....ik ben kennelijk vergeten deze deur op slot te doen, en hij moet helaas toch echt dicht nu, sorry, maar als je wil mag je nog snel even op het binnenplaatsje een sigaret roken". Die avond besloot de politierechter het verhaal van advocaat en reclassering over te nemen dat ik ongevaarlijk was, ik mocht naar huis.
Een dag later kwam ik andere arrestanten tegen. Zij waren ook net vrijgelaten, maar hadden in een ander politiebureau gelogeerd. Ze waren daar hele nachten wakker gehouden, de veganisten klaagden over de Big Mac's die ze geserveerd kregen, er waren mensen van Defensie met nare verhoortechnieken (dat was trouwens bij ons ook, dat waren immers dezelfde verhoorders, niet grappig) en vooral veel intimidatie door het bewakend personeel.
Ik heb mijn mond gehouden. 
 
Twee maanden later waren we met een bootje in de haven van Rotterdam aan het proberen in de buurt van een loods met materiaal voor een kernonderzeeër te komen. Het tentenkamp was in het quarantainegebied, waar het waaide en koud was, maar ook mooi en de zon scheen er de hele dag...
Ons heen en weer gevaar met het bootje ging een aantal mensen op de zenuwen, de waterpolitie vond het een overtreding. De ME die wat later om het tentenkamp heen werd gezet om ons op het terrein en van het water af te houden hield ons vervolgens elke nacht wakker met Andre Hazes uit de megafoons. Het was ver van de bebouwde kom. De Rotterdammers zelf hadden 's nachts geen last van die herrie.

De dag erna werd ik grieperig wakker en ik besloot eerder naar huis te gaan. De eerste bushalte was vier kilometer verderop, dus ik ging wandelen. Ik hoorde zware schoenen achter me op de stoep klossen, en een stem die zei : "Subject loopt in de richting van het centrum, wij volgen...". Er liepen twee ME-ers achter me aan. Na tien minuten was ik het een beetje zat en draaide me naar hen om en sprak ze aan: "Kom naast me of voor me lopen, maar niet achter me, want ik ga hierdoor steeds sneller lopen en ik voel me eigenlijk niet al te best.". Ze stopten en keken elkaar aan, liepen vervolgens naar voren en opeens liep ik geflankeerd door twee ME-ers op de stoep. Eentje vroeg: "Waarom ga je naar huis? En hoe?". Ik zei dat ik me niet goed voelde en een bus wilde nemen naar het Centraal Station.
Meteen begon er eentje in een portofoon te praten: "Subject is niet lekker en wil naar de trein". Waarop er opeens een ME-bus aangereden kwam, met daarin nog zes ME-ers. De bus ging open en de chauffeur zei: "Hoi! Stap in! We geven je een lift.". Ik deed het ook nog. In de bus kreeg ik een appel van de ME-er die naast me zat, want hij vond dat ik wel wat gezonds moest eten als ik ziek was. En toen de bus het stationsplein opdraaide, en ik uitstapte, werd ik door acht ME-ers uitgezwaaid: "Daag! Beterschap! Doe rustig aan!".
Misschien is het omdat ik altijd zo naïef over kom. Ik wilde graag wapens vernielen, geen mensen, misschien zagen ze dat. Ik wordt niet snel boos op mensen die ook maar gewoon hun werk doen, zolang we elkaar maar in elkaars waarde kunnen laten, misschien was het dus een reactie op mijn gedrag...
Maar als ik dit vertel, zie ik alleen maar vraagtekens in de ogen van toehoorders. En toch is het echt zo gegaan.



No comments: