Die traditie blijft me fascineren.
"Wat zijn dat voor mensen, Sinten?", vraag ik me wel eens af.
Zijn dat gewoon kindervrienden, mensen die van oerhollandse ouderwetse gezelligheid houden, miskende acteurs of bijklussende 'pensionadas' die op deze manier hun vakantiegeld bij elkaar brommen met hun diepe sonore stem; "Ben jij wel braaf geweest?".
Wat bezielt iemand als hij zich als koloniale bisschop verkleed en zich met twee zwarte knechtjes in een Suzuki Alto perst, bisschopsstaf uit het raam stekend, om vanaf eind november elke avond van adres naar adres te gaan met een megazak pepernoten van Jamin.
Het meest krankzinnige is nog wel dat de hype zo goed werkt dat ik zelfs een vage kriebel in mijn buik bespeurde toen iemand vandaag riep; "Ik geloof dat ik hem zie aankomen!".
Sinten zijn er in alle soorten en maten, vaak zelfs dubbel.
Kinderen vinden dat niet eens vreemd, die nemen zo'n figuur gewoon 'at face value'.
Goedmoedige vrijwilliger of gehuurd.
Half dronken of met een zeer slecht gepoetste bril ; "Wat staat hier nu voor een naam? Piet kan niet schrijven! Die domme Piet!".
Eén klus per dag, de judovereniging van de kinderen (en hun baldadige moeders op de bankjes) of daarna nog een fijne vrijgezellenavond.
Of erger nog, een leuke klus bij een dispuut van Carolus Magnus waar de goedwillende minderjarige nichtjes van de hulpsint, figurerend als pieten, steevast worden belaagd door jonge mannen met te veel drank en te veel hormonen in hun mik.
Korte, slechtzittende of lange, goed verzorgde, weelderige baard.
Vale mijter of zo'n bijna echte, met gekleurde halfedelstenen.
Duur kostuum met veel kant of een gekreukeld geval waar op je "kunt zien waar de asbak heeft gestaan".
De ene week weten ze precies wie je bent en de volgende keer kan 'de Sint' echt niet verzinnen hoe je naam eigenlijk uitgesproken moet worden.
Het boeit kinderen allemaal geen biet, de Sint is de Sint en daarmee is de kous af.
Wij, de baldadige moeders, hebben er in ieder geval onze lol mee gehad.
No comments:
Post a Comment